Hoe voorkom je dat conflicten rond een scheiding, co-ouderschap of nalatenschap slepend lang duren? Als mediator hanteer ik hiervoor een systeemaanpak. Hiermee krijg je sneller inzicht in de bron van een conflict.

‘No man is an island’: we maken allemaal onderdeel uit van meerdere systemen. Zodra er twee mensen bij elkaar zijn, bijvoorbeeld in een relatie, vorm je samen een systeem. Ook op je werk ben je onderdeel van een systeem. Het eerste systeem waar je onderdeel van bent gaan uitmaken, is je gezin van herkomst. In ieder systeem neem je je eigen rol en positie in. Wat bijvoorbeeld je rol is binnen je gezin van herkomst, wordt bepaald door meerdere factoren: ben je de oudste, middelste of jongste?

Nalatenschapsmediation en systeem

Bij nalatenschapsmediation komt het gezin van herkomst als systeem prominent naar voren. Familieleden moeten immers weer letterlijk met elkaar om de tafel, om tot een verdeling van de nalatenschap te komen. Daar waar mensen vaak al jarenlang menen dat zij niet langer worden beïnvloed door de relatie die ze hebben met hun ouders, broers en zussen, gebeurt er iets interessants. Want zodra we met onze familie weer aan tafel zitten, vervallen we vaak direct in onze oude rol. Hier spelen heel krachtige mechanismen, die op een onbewust niveau doorwerken. De systeemaanpak legt bloot waar de spanningshaard nu werkelijk ligt.

Scheidingsmediation en systeemaanpak

Ook bij scheidingsmediation heeft de systeemaanpak grote waarde. Met je partner vorm je een systeem. Een verandering binnen dit systeem kan indirect aanleiding vormen voor het verbreken van een relatie. Denk hierbij aan de geboorte van een kind. Dit betekent een verandering van het systeem: van geliefden naar ouders. Hierbij komen veel meer verantwoordelijkheden en soms ook een verlies van gevoel van vrijheid kijken. Mensen willen dit dan oplossen door om beurten op het kind te passen, terwijl de ander de hort op gaat met vrienden of vriendinnen. Maar op de lange termijn kan dit ertoe leiden dat de partners langs elkaar heen leven en elkaar uit het oog verliezen. Het systeem kan de verandering van geliefden naar ouders dan niet aan.

Verandering in systeem en ex-partner

Een verandering in het systeem kan ervoor zorgen dat zelfs een goed nahuwelijk met co-ouderschap alsnog in woelige baren terechtkomt. Bijvoorbeeld doordat je ex-partner een nieuwe partner krijgt, die niet met jou kan opschieten. Of doordat je kinderen niet met de nieuwe partner op kunnen schieten. En wat als jouw familie bijzonder ‘close’ blijft met je ex, en jij je daardoor buitengesloten voelt door je eigen familie?

Inzicht in systeem: voorkomen en genezen

Inzicht in het systeem en de dynamiek daarbinnen geeft inzicht in de bron van het conflict of de spanningshaard. Hiermee ligt de sleutel tot de oplossing binnen handbereik. Een systeemaanpak is ook enorm waardevol om problemen te voorkomen. Bepaalde grote (systeem)veranderingen kun je immers zien aankomen. In een ouderschapsplan kun je bijvoorbeeld al afspraken maken over hoe je wilt omgaan met elkaar en de kinderen wanneer er een eventuele nieuwe relatie in het spel komt. Systeemveranderingen kun je van te voren bekijken, erover communiceren en er afspraken over maken met elkaar. Met de systeemaanpak van mediation bespaar je jezelf en anderen zo een hoop leed.

 

Op 17 februari jl. hebben de tweede Kamerleden Recourt en Van der Steur een wetsvoorstel ingediend, waarin ze een aantal zaken hebben aangegrepen als reden om de huidige kinderalimentatieregeling kritisch te bekijken. Uit een onderzoek van de Hoge School zou blijken dat gebrek aan duidelijkheid en transparantie van de berekeningsmethodiek zoals tot op heden gehanteerd in de richtlijnen van het Rapport Alimentatienormen (rechtspraak.nl) zou leiden tot een afname van bereidheid tot betaling van kinderalimentatie. Dit zou worden onderstreept, zo stellen de initiatiefnemers, door een stijging sinds 2008 ten opzichte 2013 van 67% van de opdrachten bij het LBIO voor het innen van achterstallige kinderalimentatie. Ook zou co-ouderschap de norm moeten worden. Een wijziging van de kinderalimentatieregeling zou niet alleen leiden tot meer bereidwilligheid om te betalen, maar ook noodzakelijk zijn om aan te sluiten bij de door de initiatiefnemers bespeurde ontwikkeling naar co-ouderschap als norm. De initiatiefnemers achten het wenselijk dat kinderalimentatieplichtigen in de toekomst zelf de door hen verschuldigde kinderalimentatie kunnen berekenen. Zij zijn van mening dat indien burgers zelf kunnen berekenen, begrijpen en zien dat de berekening aansluit bij hun persoonlijke situatie, ze zichzelf gemakkelijker kunnen vereenzelvigen met het verschuldigde bedrag. Burgers worden verantwoordelijker en zelfredzamer, dat is het idee. Nu is er niets mis met zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid, noch met co- ouderschap, of bereidwilligheid om te betalen voor het levensonderhoud van je kind, sterker nog, dit zijn op zich allen mooie zaken. Waar het naar mijn mening echter aan schort is dat er zoveel verschillende en soms ook tegenstrijdige signalen (zoals ze door de initiatiefnemers worden genoemd) er nogal bij de haren bijgetrokken worden om dit voorstel te rechtvaardigen. De initiatiefnemers menen hiermee aan te sluiten bij de gedachte achter het in 2009 ingevoerde ouderschapsplan en daarnaast zou het zelf berekenen van de kinderalimentatie, doordat zij geen gebruik hoeven te maken van rechtsbijstand een kostenbesparing op leveren voor scheidende echtgenoten.

De initiatiefnemers stellen dat hun nieuwe rekensysteem en bijbehorende Kinderalimentatie Reken Tool en de hieronder genoemde uitgangspunten van het plan zouden aansluiten bij de persoonlijke situatie van mensen en daarmee de betalingsbereidheid zouden vergroten en de belangen van kinderen zouden dienen.

Het betreft de volgende uitgangspunten:
– Eenvoud en transparantie staan voorop;
– 80% van de gebruikers moeten het zelf kunnen berekenen;
– Zo min mogelijk variabelen en dan zoveel mogelijk forfaitair;
– Op basis van wettelijke begrippen (behoefte en eventueel draagkracht);
– Uitgangspunt is de behoefte van een kind op basis van NIBUD/CBS statistieken;
– Handhaving van het welvaartsniveau na scheiding is geen voorwaarde en veelal fictie (o.a. gestegen woonlasten);
– Rekening houden met zorgtaak ouders als forfaitaire variabele;
– Ouder draagt altijd minimaal bij;
– Wijziging en beperkt toestaan bij het overschrijden van een bepaalde bandbreedte;
– Tekorten worden verdeeld over beide ouders;
– Ouders zijn geheel vrij om – boven het wettelijk minimum andersluidende afspraken te maken;
– Wijziging eerst onderling proberen te regelen aan de hand van eenvoudige regels, dan naar het LBIO waarna de gang naar de rechter openstaat.

Wat ik positief vind aan het voorstel is dat er aandacht wordt besteed aan de financiële kant van de scheidingsdiscussie. Deze kan juist bij dragen aan geschillen tussen ouders, daar waar de wet van hen verwacht dat zij hun kinderen en hun belangen voor op stellen. Ik heb dit aspect nog wel eens gemist in de discussies die de laatste tijd met name ook in de media hebben gewoed over vechtscheidingen. Geld is macht, maar kinderen ook helaas en zo worden geld en kinderen ingezet in een strijd tussen de ouders. Hier draagt aan bij dat, zoals de initiatiefnemers ook beschrijven, in Nederland nog steeds een meerderheid van de vrouwen de meerderheid van de zorg voor de kinderen dragen en een meerderheid van de mannen het merendeel van de inkomsten verzorgen. Hier vloeit bijna automatisch uit voort dat indien er strijd ontstaat deze posities worden gehandhaafd om zo de uitkomst te beïnvloeden met datgene waar men het meest invloed kan laten voelen. Het is belangrijk dat dit bespreekbaar wordt gemaakt en onderdeel is van de discussie.

Mijn ervaring is dat er daar waar de mannen en de vrouwen in hogere gelijke mate hebben geparticipeerd in zowel het genereren van inkomsten als in de zorg voor de kinderen er meer mogelijkheden bestaan voor deze ouders om tot een goede oplossing te komen en dat ook hun belangen om tot een goede oplossing te komen groter zijn. Ook na de scheiding hebben ze elkaar immers nodig om hun werkzaamheden van voor de scheiding te kunnen voortzetten in combinatie met de zorg voor de kinderen en waarschijnlijk hebben ze ook tijdens hun huwelijk al meer overleg met elkaar moeten hebben om dit allemaal voor elkaar te krijgen.

De vraag is of het nodig is of noodzakelijk is om de regelgeving ten aanzien van de kinderalimentatie te wijzigen om er voor te zorgen dat er minder slepende conflicten tussen ouders ontstaan als ze uit elkaar gaan, of als er wijzigingen optreden nadien. Ook is het de vraag of het juist is dat de politiek co-ouderschap als norm gaat stellen met slechts enkele uitzonderingen daargelaten? Hoewel in Nederland maar 20% van de gescheiden ouders een co-ouderschap heeft volgens de meest recente cijfers (zie MvT), wordt aangenomen dat dit ook in Nederland een toenemende trend zou zijn. Als reden hiervoor wordt gegeven dat co-ouderschap beter zou zijn aangezien dit loyaliteitsproblematiek bij kinderen zou voorkomen, zo stellen de initiatiefnemers. Is dat zo? Dat lijkt me een belangrijke en terechte vraag.

Conflicten tussen de ouders over kinderalimentatie zouden een negatieve uitwerking hebben op de kinderen. Dat het de voorkeur behoeft dat conflicten tussen de ouders zo veel mogelijk voorkomen worden of zo spoedig mogelijk worden opgelost is begrijpelijk en onderschrijf ik zelf ook. De initiatiefnemers gaan hier echter voorbij aan de diepere emotionele oorzaken die ten grondslag liggen aan het gebrek aan overleg, dan wel het ontstaan en voortduren van conflicten. De mogelijkheid om samen in overleg tot afspraken te komen over de kinderen ligt met name ook in de deze emotionele onderstroom en de normen en wensen van de mensen zelf en niet zo zeer in de berekenmethode. Daarbij zijn ook de keuzes die mensen hebben gemaakt in het verleden van groot belang. Zal een andere berekeningsmethode er toe bijdragen dat meer vrouwen als ze kinderen krijgen significant blijven participeren in het arbeidsproces en mannen ook tijdens de relatie meer zorg zullen gaan geven?

Wat vindt men als maatschappelijk vraagstuk van de situatie dat een vader die tijdens de relatie nauwelijks zorg aan de kinderen besteedde en dit na de scheiding op basis van co-ouderschap wil gaan doen? Is dat omdat hij dat nu wil omdat hij de kinderen anders nauwelijks ziet? Is dat omdat hij niet of nauwelijks wil betalen omdat het geld betaald moet worden aan zijn ex? Wie zal het weten. Dit soort vraagstukken vergroten echter dikwijls wel de animositeit tussen exen, zoals de zorgkorting de afgelopen tijd al heeft laat zien.

Het geeft bijvoorbeeld al te denken dat uit het onderzoek van de Hogeschool Amsterdam blijkt dat opvallend is dat de respondenten naarmate ze het meer eens zijn met de hoogte (van de berekende alimentatie) het systeem als begrijpelijker wordt ervaren.

Het voorstel roept nog meer vragen op. Zo wordt er voorbij gegaan aan de impact die de langdurige en diepgaande crisis sinds 2008 heeft gehad op de betalingsmogelijkheden van alimentatieplichtigen, zodat niet zo simpel de conclusie kan worden getrokken dat er überhaupt sprake zou zijn van een afnemende bereidwilligheid om te betalen.

Als een doorslaggevend doel van de wetsverandering is dat mensen geen gebruik zouden hoeven maken van rechtsbijstand is een belangrijke vraag die daaraan vooraf dient te gaan of er überhaupt een berekening nodig zou zijn en zo ja zijn daar dan per se hoge kosten mee gemoeid?

Ouders met ouderlijk gezag zijn volgens de wet verplicht om in onderling overleg een ouderschapsplan op te stellen, waar kinderalimentatie een onderdeel van uitmaakt. Ouders zonder gezamenlijk ouderlijk gezag hebben deze verplichting niet. Voor samenwonende ouders is er geen sanctie opgenomen in de wet als zij dat niet doen. Stellen ze wel een ouderschapsplan op dan is er geen noodzaak om dit voor te leggen aan een rechter of een formele berekening te laten maken. Voor gehuwden en geregistreerd partners is dit anders, zij het niet dat ook zij zelf mogen bepalen hoe en wat zij willen afspreken ten aanzien van de kinderalimentatie. Naar de rechter moeten ze niet per se vanwege de kinderalimentatie, maar aangezien hun huwelijk ontbonden dient te worden door middel van rechterlijke tussenkomst. Dit aspect maakt dat rechterlijke bijstand noodzakelijk is, niet per se de berekening van de kinderalimentatie, die partijen overigens ook naar eigen inzicht mogen overeenkomen. Mochten ze toch een berekening willen en hiervoor zo min mogelijk kosten willen maken dan kunnen ze dit ook laten doen voor geringe bedragen via het internet of speciale berekeningsbureaus. Echte kosten voor rechtsbijstand worden pas onafwendbaar gemaakt daar waar partijen in een diepe strijd met elkaar verwikkeld zijn geraakt en de kinderen en de inkomsten wisselgeld zijn geworden in het machtsspel dat gaande is tussen de aanstaande exen. Een andere berekeningsmethode gaat hier geen verandering in brengen, aangezien deze mensen het stadium van samen achter de computer zitten om een berekening te maken al lang voorbij zijn.

In de praktijk zijn de problemen hier vaak dat de ene partij geen of onvoldoende informatie verschaft over zijn of haar inkomenspositie of mogelijkheden. Hier is overigens wel een interessante oplossing voor opgenomen door de initiatiefnemers in artikel 405 van het voorstel dat sancties oplegt voor die ouder die onvoldoende inzicht en transparantie biedt in zijn of haar financiële positie. Van dit artikel ben ik een enorme voorstander, aangezien het mijn inziens het bereiken van een minnelijke oplossing kansrijker maakt en ook een procedure bij de rechtbank minder tot een strategisch spel maakt. Dit wordt het nu soms wel, zeker als er ondernemers in het spel zijn, die zelf hun inkomensgegevens opstellen en al dan niet indienen. Dit wetsvoorstel, althans de berekeningsmethode sluit momenteel ZZP-ers en ondernemers nog uit, hetgeen mij voor de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid geen goede zaak lijkt.

Is er wel voldoende sprake van gelijkwaardigheid, kennis, informatie of zelfs durf om er zeker van te zijn dat er goede en eerlijke afspraken tot stand komen door deze andere methode toe te passen? Als een van de partners nooit voor zichzelf heeft durven opkomen, bang is voor consequenties, of de andere partner onvoldoende kennis of informatie heeft dan kunnen er onredelijke of onjuiste uitkomsten voortvloeien uit de hantering van een dergelijke tool, zoals de Kinderalimentatie Reken Tool (KART).

De ervaring leert dat juist forfaitaire elementen er voor zorgen dat de berekening niet overeenkomt met de realiteit en daarmee een unfaire uitkomst geeft. Reeds in het huidige systeem wordt niet langer gerekend met de werkelijke woonlasten die een ouder heeft, maar met een forfaitaire woonlast, terwijl de werkelijke woonlast soms helemaal niet bestaat, heel laag is en de woonlasten bijvoorbeeld gedeeld worden met een nieuwe partner of volwassen inwonende kinderen. Het is heel lastig om dit uit te leggen, met name aan de ex partner die zelf hogere woonlasten heeft dan de forfaitaire lasten omdat bijvoorbeeld in Amsterdam de huren van vrije sectorwoningen vrij hoog zijn. Ook zie ik niet hoe het loslaten van het welvaartsniveau voor de scheiding in het belang zou zijn van kinderen. Ook belastingaangiften sluiten in hoge mate aan bij de werkelijkheid en maken in geringe mate gebruik van forfaitaire aannames. Men kan deze ook zelf invullen en men moet simpelweg belasting betalen. Een oplossing die ik zelf wel eens overwogen heb is het laten bereken van alimentatie door de fiscus, die overigens ook toegang heeft tot alle financiële gegevens. Niet alleen zou het hiermee het hierboven beschreven probleem van de informatieverschaffing meteen uit de wereld zijn, ook zouden wijzigingen automatisch verwerkt kunnen worden. Denk aan de mogelijkheden om achterstallige alimentatietermijnen zij het kinder- of partneralimentatie meteen te verrekenen met belastingteruggaven of toeslagen.

Al het bovenstaande beschouwend ben ik van mening dat overleg en partij autonomie de sleutel is naar betere en snellere oplossingen voor ouders, waarbij de kinderen gediend zijn. Mediation is daarbij zeer goed toepasbaar en inzetbaar. Ook kan er nog meer aandacht komen voor het duurzaam laten participeren van vrouwen op de arbeidsmarkt, zodat scheidingen, maar ook ontslag of ziekte van de andere partner beter opgevangen kunnen worden.

 

Met nalatenschapsmediation valt veel te winnen

Per 4 februari sta ik als gecertificeerd nalatenschapsmediator ingeschreven in het register van de Stichting Nalatenschapsmediation. Nalatenschapsmediation is een onontgonnen terrein, waarmee veel te winnen valt. Zowel bij de afwikkeling van een nalatenschap als ervoor. Want bij leven kun je familiezaken nog bespreekbaar maken en oplossen.

De dood – en daarmee het erfrecht – leeft meer dan ooit. Mensen worden steeds ouder en dat roept bij leven al vragen op. En eenmaal bij de afwikkeling van een nalatenschap beland, ontstaan steeds meer familieconflicten. Ingewikkelde situaties ontstaan door echtscheidingen, tweede huwelijken, onterfde kinderen, grotere vermogens en toenemende dementie. Testamenten zijn complex, verouderd, of ontbreken. Ruzieboedels en discussies tussen ‘erven’ en schuldeisers zijn aan de orde van de dag. De belangen zijn groot en emoties lopen hoog op. Kortom: alle ingrediënten voor een conflict zijn aanwezig.

Nalatenschapsmediation
Met nalatenschapsmediation valt hiermee veel te winnen. Bij de afwikkeling van een nalatenschap speelt namelijk zoveel meer dan de verdelingsfase van ‘spullen’, waar familierechtadvocaten van oudsher zo kundig in zijn. Want dat gouden horloge van vader of die spiegel van oma staat bijvoorbeeld voor de aandacht en erkenning die de één vroeger wel kreeg en de ander niet. Bij de afwikkeling van een nalatenschap spelen onderhuids oude patronen, rolverdeling binnen de familie, geheimen, verdriet en nog veel meer. Als deze onderstroom onuitgesproken blijft, kan de ogenschijnlijk eenvoudige verdeling wel eens tergend lang duren. In een fase waarin al zoveel emoties spelen, is niemand daarbij gebaat.

Nalatenschapsmediatior: zorgvuldig en efficiënt
Als nalatenschapsmediator zorg ik voor een zorgvuldige en daarmee ook efficiënte afhandeling van een nalatenschap. Zowel de juridische problematiek als de psychologische en emotionele aspecten leid ik als ‘regisseur’ in goede banen. Hiertoe heb ik de specialisatieopleiding voor mediators afgerond van Result ADR, onder auspiciën van de Stichting Nalatenschapsmediation. Deze opleiding is uniek in Nederland en wereldwijd vernieuwend. Voor mij sluit deze verdieping in dit nieuwe vakgebied naadloos aan op de erfrechtspecialisatieopleiding van de vFAS die ik eerder heb gevolgd.

Nalatenschapsmediation bij leven
Nalatenschapsmediation richt zich op alle zaken die zich binnen een familie kunnen voordoen. Ook bij leven kun je deze vorm van mediation al inzetten. Want over heel veel zaken waarmee je binnen je familie te maken kan krijgen, kun je met elkaar praten. Denk aan het bespreken van huwelijkse voorwaarden. Of het ontsluieren van familiegeheimen. Wat wil je dat er gebeurt op het gebied van nalatenschap wanneer je dement zou worden? En wat zou het je opleveren als je weet dat je een dodelijke ziekte hebt, en met je partner en kinderen kunt praten over wat er na je overlijden gaat gebeuren?

De kracht van mediation
Als ik in zulke situaties als nalatenschapsmediator een bijdrage kan leveren, dan geeft mij dat een bijzonder fijn gevoel. Ik geloof heel erg in de kracht van mediation als tool en ben geïnteresseerd in dynamieken die spelen binnen families. Dat maakt nalatenschapsmediation voor mij zo’n mooi vakgebied. Een onontgonnen terrein, dat veel mensen meerwaarde zal opleveren. Nu en in de toekomst.

 

Per 1 januari 2015 veranderingen voor kinderalimentatie op komst, mogelijk ook wijzigingen voor reeds vastgestelde bijdragen.

Per 1 januari 2015 treedt de wet hervorming kindregelingen in werking. Doel van de wet is het beperken van het aantal kindregelingen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de in de toekomst vast te stellen bijdragen kinderalimentatie, maar kan tevens aanleiding geven om reeds vastgestelde bijdragen te (laten)wijzigen. Het kan zelfs zo zijn dat als door zowel de kinderbijslag als het kindgebondenbudget in de behoefte van het kind wordt voorzien er geen aanspraak is op kinderalimentatie. U kunt hierover meer lezen via Wet-hervorming-kindregelingen en in de 2e helft van december 2014 wordt er een nieuw rapport van de Expertgroep Kinderalimentatie verwacht, waarin ook ingegaan zal worden op deze wijzigingen en hoe hiermee om te gaan. Dit rapport kunt u t.z.t downloaden via de website rechtspraak.nl.

 

In de blog:”Gezamenlijk gezag nu digitaal aan te vragen.“ werd reeds gesproken over de mogelijkheid om nu online gezamenlijk ouderlijk gezag aan te vragen bij de rechtbank. Nu is hiervan ook een Promofilmpje beschikbaar dat laat zien hoe makkelijk dit is.

Wat als het niet zo makkelijk gaat?

Van het aanvragen van gezamenlijk ouderlijk gezag is toestemming van de moeder nodig. Is deze niet bereid om deze toestemming te verlenen dan kan de vader hier vervangende toestemming aan de rechter voor vragen. Heeft u hierover vragen neem dan contact op met mr. Boomsma.

Consequenties eenhoofdig gezag.

Heeft u niet het gezamenlijk gezag dan mag de moeder bijvoorbeeld beslissingen over verhuizingen, ook naar het buitenland nemen zonder de toestemming van de vader. Heeft u gezamenlijk ouderlijk gezag dan krijgt de andere ouder automatisch alleen het gezag. Heeft alleen de moeder het gezag dan bepaalt de rechter wie voortaan het gezag krijgt. Dit kan de andere ouder zijn of iemand anders. De andere ouder heeft dan de voorkeur. Deze ouder kan een verzoek indienen om het gezag te krijgen. De rechter mag alleen een ander dan deze ouder benoemen als dit beter is voor het kind.

Als de moeder overlijdt en in haar testament een voogd heeft benoemd dan kan de vader alsnog een verzoek indienen om het gezag te krijgen. Dit geldt ook als er in get gezagsregister een aantekening is gemaakt (zie blog: link). Doet de vader dit binnen 1 jaar dan heeft hij de voorkeur boven de aangewezen voogd. Na dit jaar is hij zijn voorkeurspositie kwijt. Hij krijgt dan alleen het gezag als de situatie is veranderd na benoeming van de voogd of als bij benoeming is uitgegaan van onjuiste of onvolledige gegevens.

 

 

Vechtscheidingen staan recent vol in de aandacht in pers en op tv. De rechterlijke macht is zich hiervan bewust en wil haar aandeel hierin veranderen door een conflict tussen ex echtelieden bij de kern aan te pakken door meer aandacht te besteden aan de onderlinge emoties in plaats van de formele juridische aspecten. www.rechtspraak.nl Ook kan het proces dat nu heel erg versnipperd is, doordat echtelieden o.a. met verschillende rechters te maken krijgen, meer gestroomlijnd worden zodat de echtelieden het overzicht en de regie behouden. Van belang is dat er meer geld komt om projecten zoals het verplichte Ouderschapsonderzoek blijvend te financieren.

 

Een scheiding heeft grote gevolgen, ook voor de kinderen. Daarom heb ik voor hen een speciale site Kinderrecht gemaakt, met informatie over hun rechten. 

Ouders blijven hun leven lang ouders. Ook na een scheiding. Zo komen ex-partners elkaar tegen bij oudergesprekken op school of een diploma-uitreiking. En zelfs jaren later nog wanneer hun volwassen kinderen gaan trouwen of zelf kinderen krijgen. Daarom bespreek ik bij een echtscheidingsprocedure altijd uitgebreid met ouders hoe zij willen omgaan met hun kinderen na een scheiding. In een mediationtraject vraag ik ouders altijd of ze bereid zijn om deel te nemen aan een kindergesprek. Maar in mijn rol als advocaat mag ik dat nu eenmaal niet. We praten dan altijd veel over de kinderen, maar ik spreek niet met hen. Maar deze kinderen gaan mij – als advocaat èn als moeder – ongelofelijk aan het hart. Daarom wil ik ook voor hen graag iets doen.

Kinderrechten

Met mijn speciale kindersite Kinderrecht informeer ik kinderen over hun rechten bij een scheiding. Want ook al zijn zij minderjarig: zij hebben bepaalde rechten. Volgens het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind heeft elk kind bijvoorbeeld het recht om gehoord te worden. Natuurlijk wil elke ouder dat het met de kinderen goed gaat, ook na een scheiding. Een logische vraag is dan: wat willen de kinderen? Maar in mijn praktijk merk ik dat een scheiding enorm veel impact heeft op de ouders zelf, die hun aandacht op veel praktische en emotionele aspecten moeten richten. Daarom kan ik me heel goed voorstellen dat het soms nodig is dat kinderen hun stem extra luid willen laten horen.

Stem laten horen

Veel kinderen van ouders in scheiding geven aan dat ze het belangrijk vinden om gehoord te worden. Zo kunnen ze laten weten wat zij graag willen na de scheiding. Ik vind het belangrijk dat zij deze kans krijgen. Op mijn site Kinderrecht  informeer ik kinderen over hun rechten. Ook vinden zij hier linkjes naar andere handige websites. Zo biedt Villa Pinedo Villa Pinedo kinderen de mogelijkheid om contact te leggen met andere kinderen van gescheiden ouders. Als kinderen nog vragen hebben naar aanleiding van mijn site, kunnen ze ook contact met mij opnemen. Ik kan en mag niet als advocaat voor kinderen optreden. Maar ik kan wel antwoord geven op hun vragen. Op deze manier wil ik eraan bijdragen dat kinderen de scheiding van hun ouders een plek kunnen geven. Dat is belangrijk. Want scheiden is niet het einde, ook niet voor de kinderen.

[separator type=’transparent’ normal_full_width=” pattern_full_width=” color=” thickness=” up=’20’ down=’0′]

Per 1 april jl. is de Wet lesbisch ouderschap in werking getreden. In sommige gevallen blijft het voor (aanstaande) duomoeders belangrijk om een advocaat te raadplegen.

Volgens de nieuwe wet kan de vrouwelijke partner van de moeder juridisch ouder worden, zonder hiervoor de gerechtelijke adoptieprocedure in te gaan. Getrouwde stellen of stellen die verbonden zijn via geregistreerd partnerschap worden automatisch ouder, als de donor van het kind anoniem is. Niet-getrouwde stellen of partners kunnen door de nieuwe wet het kind voortaan erkennen bij de Burgerlijke Stand. Lesbische ouderparen krijgen door de Wet lesbisch ouderschap bovendien vrijwel dezelfde ouderschapsrechten als heterogezinnen. Het blijft voor lesbische ouders in sommige gevallen echter zeer belangrijk om een advocaat te raadplegen.

Erkenning buitenland

Een adoptieprocedure blijft mogelijk en kan relevant zijn, wanneer een van beide partners een andere nationaliteit heeft, of wanneer stellen expats zijn. Niet alle landen erkennen een geboorteakte waarop het kind door twee vrouwen wordt erkend. Bij verhuizing naar of tewerkstelling van een of beide partners in het buitenland zou dit problemen op kunnen leveren. De verwachting is dat een beschikking van de rechtbank in zulke landen meer kracht kan hebben. In mijn praktijk geef ik advies op maat, om eventuele problemen voor te zijn.

Bekende of onbekende donor

Een onbekende donor uit het buitenland betekent niet dat vanzelfsprekend erkenning van rechtswege plaatsvindt. En ook wanneer er een bekende donor is, blijft het zeer belangrijk om juridisch advies in te winnen. Zo kan de bekende donor nog steeds het kind erkennen. Ik adviseer stellen graag bij het opstellen van een sluitende donorovereenkomst. Want nu goede afspraken maken, betekent rust en de mogelijkheid om volop te genieten van de zwangerschap. Dat is uiteindelijk altijd in het belang van het kind.

Complexe scenario’s

De Wet lesbisch ouderschap is een flinke stap vooruit, maar in mijn praktijk merk ik welke legio complexe scenario’s zich kunnen voordoen. Via deze site zal ik mijn bevindingen over jurisprudentie delen. En in mijn praktijk ben je altijd welkom voor advies op maat.

[separator type=’transparent’ normal_full_width=” pattern_full_width=” color=” thickness=” up=’20’ down=’0′]

De Kinderombudsman bepleit in het rapport ‘Vechtende ouders, het kind in de knel’ voor verplichte mediation bij scheiding. Een van de aanbevelingen is om in het ouderschapsplan voortaan ook kwalitatieve afspraken te maken.

Een scheiding an sich hoeft niet schadelijk te zijn voor de kinderen, wel als er een doorlopende strijd is tussen de ouders, zo is bekend uit onderzoek. In het maandag jl. gepresenteerde adviesrapport link: De kinderombudsman adviesrapport  pleit de Kinderombudsman er daarom voor om mediation bij scheiden wettelijk verplicht te stellen. Daarnaast doet hij onder meer de aanbeveling om in het ouderschapsplan ook kwalitatieve aspecten te beschrijven en te evalueren, zoals opvoeding, communicatie en het meewegen van de mening van kinderen.

Verplicht nummer

Dit onderzoek is voor mij een bevestiging hoe belangrijk het is om kinderen bij het ouderschapsplan te betrekken. Helaas komt het nog vaak voor dat ouders een ouderschapsplan opstellen, omdat het een verplicht nummer is. Zonder het indienen van een ouderschapsplan wordt het scheidingsverzoek immers niet ontvankelijk verklaard bij de rechtbank. Het ouderschapsplan beperkt zich daardoor vaak tot ‘kwantitatieve’ afspraken als: we verdelen de vakanties fiftyfifty, en de kinderen om het weekend.

Kindgesprekken

Een heel andere benadering is om bij het opstellen van het ouderschapsplan ook kwalitatieve aspecten mee te nemen. In een mediationtraject vraag ik ouders bijvoorbeeld altijd of hun kinderen mogen deelnemen aan een of meer kindgesprekken. Kinderen kunnen mij dan vertellen hoe ze de scheiding beleven en hoe ze ermee omgaan. Kinderen vinden het fijn om gehoord te worden bij een scheiding, is mijn ervaring. Via mijn kindersite www.boomsmashriber.nl/kinderrecht informeer ik kinderen ook graag over hun rechten.

Behoeften van kinderen

Kindgesprekken kunnen heel verhelderend werken voor ouders. Je hoort immers waar je kind specifiek behoefte aan heeft. En mijn ervaring is ook dat kinderen vaak met heel creatieve oplossingen komen. Hun insteek is ook zo anders: ze houden van beide ouders, onvoorwaardelijk. Het mooie van deze kindgesprekken is dat deze je extra input opleveren voor het opstellen van een ouderschapsplan. Zo kun je samen nog beter de belangen van je kind borgen.

Ouderschapsplan evalueren

Een ouderschapsplan geldt tot een kind 18 jaar is; financieel gelden de afspraken totdat een kind 21 is. Dus je kunt dan bijvoorbeeld ook te maken krijgen met afspraken over studiefinanciering. Juist omdat kinderen en hun behoeften in de loop der jaren zo veranderen, is het belangrijk om het ouderschapsplan elk jaar te evalueren. In mijn praktijk leid ik deze trajecten graag in goede banen.

 

Grootouders hebben een belangrijke invloed op de opvoeding van de kinderen. Tegenwoordig werken vaak beide ouders, maar ook door echtscheidingen passen grootouders tegenwoordig meer op de kleinkinderen. De helft van de grootouders past een of meerdere keren per week op de kleinkinderen. Maar wat zijn hun rechten op omgang met hun kleinkinderen?

Hoewel hun recht op een omgangsregeling niet expliciet in de Nederlandse Wetgeving is opgenomen, zijn er een aantal mogelijkheden om dit te bewerkstelligen. De wet bevat slechts één bepaling waarop grootouders ten aanzien van hun omgangsrecht een beroep kunnen doen, namelijk 1:377a BW, wat ondermeer bepaalt dat het kind recht heeft op omgang met degene die in nauwe persoonlijke betrekking tot hem of haar staat. Dit wordt ook wel family life genoemd (art. 8 EVRM).

De grootouders dienen in een procedure bij de rechtbank aan te tonen dat er sprake is van family life. Dit is afhankelijk van de concrete omstandigheden en feiten. Als de rechter een nauw persoonlijke betrekking met het kleinkind aanwezig acht zal de rechter beoordelen of omgang in het belang van het kind is. Als het kind 12 jaar of ouder is wordt er ook gekeken of het kleinkind zelf bezwaar heeft. Ook het kleinkind zelf kan de rechter om omgang met zijn of haar grootouders verzoeken. Een kind van 12 jaar of ouder kan dit bijvoorbeeld met een brief of telefoontje aan de rechter vragen. Dit is ook mogelijk voor een kind jonger dan 12 jaar, dat in staat wordt geacht tot een redelijke waardering van de eigen belangen.        .

Ook hebben kinderen het recht om gehoord te worden door de rechter. Het kind kan dan tijdens het verhoor de rechter verzoeken om omgang met de grootouder(s). Voor het voeren van een procedure hebben de grootouders een advocaat nodig. Kinderen die een brief aan de rechter willen sturen niet .

Heeft u vragen over het omgangsrecht? Neemt u dan contact op met mr. L.I Boomsma-Shriber

 

13 september is het weer de dag van de scheiding. Deze dag wordt georganiseerd door de vFAS wat staat voor Vereniging van Familierechtadvocaten en Scheidingsmediators.

Veel mensen lopen rond met het idee om te gaan scheiden of lopen aan tegen problemen in de omgangsregeling. Andere mensen kunnen bijvoorbeeld hun kinder- of partneralimentatie niet betalen, of zouden er juist eens aanspraak op willen maken. De stap om naar een advocaat te gaan is echter groot. Juist daarvoor is deze dag in het leven geroepen. Op deze dag kunt u bij alle advocaten en scheidingsmediators die bij onze verenging zijn aangesloten vrijblijvend een afspraak maken om uw vragen te stellen. Mocht u bij mij op kantoor een afspraak willen maken voor die dag, bel dan op 020-6392112 of stuur een e-mail aan info@boomsmashriber.nl.

Voor de afspraak trek ik per persoon 30 minuten uit. Als u van te voren wilt aangeven waar u het over wilt hebben dan kunt u dat doen door middel van een e-mail.

Ik hoop u dan te zien.