Geregistreerd partnerschap en huwelijk gelijkwaardig?

De verschillen tussen huwelijk en geregistreerd partnerschap worden opgeheven. Dat is de strekking van het wetsvoorstel dat op 28 januari jl. is ingediend. Invoering zal gevolgen hebben voor juridisch ouderschap en gezag.

Het geregistreerd partnerschap wordt beschouwd als een nieuwe burgerlijke staat, gelijkwaardig aan het huwelijk. De gevolgen van de Wet geregistreerd partnerschap[1] zijn namelijk vrijwel gelijk aan die van het huwelijk.[2] Verschillen bestaan echter nog. Deze gaan over het ontstaan van de familierechtelijke betrekkingen met een toekomstig kind. Een nieuw wetsvoorstel beoogt opheffing van deze verschillen.[3]

Juridisch ouderschap

Een van de belangrijkste wijzigingen betreft het van rechtswege ontstaan van het juridisch ouderschap, en wel van de man die met de moeder van het kind door een geregistreerd partnerschap is verbonden. Is of wordt een kind tijdens het huwelijk geboren, dan wordt volgens de huidige wetgeving de man van rechtswege vader. Door het wetsvoorstel geldt deze vaderschapspresumptie voortaan ook voor kinderen die geboren worden tijdens een geregistreerd partnerschap.[4] Deze regeling is uitsluitend van toepassing op kinderen die geboren zijn nadat het wetsvoorstel als wet in werking treedt.[5]

Lesbisch ouderschap

In het kader van de gelijkstelling van de rechten van lesbische paren met heteroseksuele paren, is de genoemde presumptieregeling straks ook van toepassing op de meemoeder. Nadat het wetsvoorstel ‘Lesbisch ouderschap’ als wet in werking is getreden, ontstaat dus in geval van geregistreerd partnerschap ook het juridisch ouderschap van de meemoeder van rechtswege.

Gezamenlijk gezag

Andere wijzigingen in het wetsvoorstel gaan over het gezag en het gezagsregister.[6] Voorstel is om in de wet te verduidelijken dat adoptiefouders het gezag over hun kind gezamenlijk uitoefenen, ook wanneer deze ouders met elkaar zijn gehuwd of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. Ook stelt het wetsontwerp voor dat de mogelijkheid wordt geboden om het gezagsregister in de zin van art. 1:244 BW voortaan ook op een andere plaats(en) dan bij de rechtbanken te houden.

Gezag na overlijden

Daarnaast krijgen de ouders volgens het wetsvoorstel de mogelijkheid om iemand te benoemen die na hun overlijden het gezag over hun kind zal uitoefenen, door registratie in het gezagsregister. Dit biedt ouders een ruimere mogelijkheid om het gezag over kinderen vast te leggen. Dit kan momenteel immers uitsluitend bij uiterste wilsbeschikking.

Bevoegdheid kinderen

Volgens het wetsvoorstel krijgen kinderen de bevoegdheid om nietigverklaring van het huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap van hun ouders te verzoeken.[7] Deze bevoegdheid kan vooral van belang zijn als het huwelijk of het geregistreerd partnerschap is gesloten door een wilsonbekwame ouder, en deze onbekwaamheid voor de ambtenaar van de burgerlijke stand niet kenbaar was. Bijvoorbeeld als de ouder lijdt aan dementie. 

Het is nog onbekend wanneer en óf het wetsvoorstel daadwerkelijk als wet in werking treedt. Blijft u via onze site op de hoogte.


 

[1] Stb. 1997, 661

[2] Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 141

[4] Kamerstukken II 2012/13, 33 526, nr. 3, p. 2 (MvT)

[5] Kamerstukken II 2012/13, 33 526, nr. 3, p. 4 (MvT)

[6] Kamerstukken II 2012/13, 33 526, nr. 3, p. 2 (MvT)

[7] Kamerstukken II 2012/13, 33 526, nr. 3, p. 2 (MvT)