Berekening kinderalimentatie wijzigt 1 april

Op 1 april a.s. gaat een nieuwe richtlijn in voor het berekenen van de kinderalimentatie. Dit heeft gevolgen voor scheidende ouders, of gescheiden ouders die een wijziging in hun persoonlijke situatie verwachten.

Doel van de nieuwe richtlijn is om de berekening van kinderalimentatie te vereenvoudigen, en de ouders hier zelf meer inzicht in te geven. Het idee is dat er tussen ouders zo minder discussie ontstaat over de betaling, waardoor zij eerder geneigd zijn om te betalen. Een goede zaak, want het belang van het kind na een scheiding kan wat mij betreft niet genoeg benadrukt worden. Ook speelt de nieuwe richtlijn in op de verdeling van zorgtaken tussen beide ouders.

Berekening in vijf stappen
De berekening van kinderalimentatie vindt voortaan plaats volgens een aantal stappen. Allereerst bepalen we het netto besteedbare inkomen tijdens het huwelijk: een optelsom van het inkomen van beide ouders, en – eventueel – het kindgebonden budget. Aan de hand van de tabellen van het NIBUD stellen we de kindkosten vast. Een deel hiervan wordt gedekt door het kindgebonden budget. Het deel dat overblijft, is de behoefte van het kind.

Nieuw: draagkrachttabel
Hoeveel kunnen beide ouders na de scheiding aan deze kindbehoefte bijdragen? Om dat te bepalen, berekenen we het netto besteedbaar inkomen van elk van de ouders na de scheiding. Via de draagkrachttabel berekenen we vervolgens hoeveel de onderhoudsplichtige ouder moet bijdragen aan kinderalimentatie. Deze tabel maakt het voortaan overbodig om bij de draagkrachtberekening allerlei lasten te specificeren, zoals ziektekosten of woonlasten. Komen ouders op basis van inkomen in aanmerking voor kindgebonden budget? Dan mogen zij dit aftrekken van het aandeel dat zij moeten bijdragen aan de kindbehoefte.

Koppelen behoefte en draagkracht
Hierna koppelen we kindbehoefte en draagkracht: we berekenen hoeveel de ouders aan de hand van de draagkrachtberekening kunnen bijdragen aan de kindbehoefte. Blijkt de totale draagkracht van beide ouders onvoldoende om in de kindbehoefte te voorzien? Dan moeten beide ouders het maximaal haalbare bijdragen. Is de totale draagkracht groter dan nodig, dan vindt een draagkrachtvergelijking plaats: berekend wordt hoeveel de draagkracht van elk van de afzonderlijke ouders is ten opzichte van de totale draagkracht. Dat percentage neemt de betreffende ouder voor zijn rekening bij de behoefte van het kind.

Zorgkorting
De nieuwe richtlijn speelt ook in op de verdeling van zorgtaken. Wanneer een kind op basis van de omgangsregeling bij een van de ouders is, draagt deze ouder in natura bij aan de kosten van het kind. Daarom kan op basis van de frequentie in deze omgangsregeling voortaan een bepaald percentage in mindering worden gebracht op de te betalen kinderalimentatie. Dit percentage varieert van 15 tot 35 procent. Hierop zijn echter wel uitzonderingen en andere afspraken mogelijk. Neemt u contact op voor advies hierover. De zorgkorting vervangt dus het bedrag aan omgangskosten van 5 euro per dag, dat tot nog toe doorgaans werd aangehouden.

Complexe situaties: maatwerk
Met het toepassen van de nieuwe richtlijn lopen de rechtbanken vooruit op een wetsvoorstel van Van der Steur en Recourt. De vraag is hoe de nieuwe regeling in de praktijk gaat uitpakken, en hoe gerechtshoven hiermee omgaan. Ik verwacht op dit front de nodige discussies. Sowieso vragen bepaalde, complexe situaties nog altijd om maatwerk. Bijvoorbeeld als er schulden of bijzondere verplichtingen zijn, of bij een onduidelijke financiële situatie van een van de ouders, onvoldoende totale draagkracht, een ruimere omgangsregeling of het ontbreken ervan, of als een van de ouders zelfstandig ondernemer is. Neemt u daarom tijdig contact op voor een heldere, eenduidige kinderalimentatieberekening. Dat is altijd in het belang van degene om wie het gaat: uw kind.